Klachten > Kinderen > DCD

Developmental Coordination Disorder

Ontwikkelen is altijd een kwestie van vallen en opstaan, maar sommige kinderen vallen letterlijk meer dan hun leeftijdsgenootjes. Kinderen met DCD hebben vaak problemen met taken die motorische vaardigheid vereisen, zowel in de thuissituatie als op school. Deze kinderen bewegen onhandig, stuntelig, moeizaam en minder gecoördineerd. 5-6% Van de Nederlandse schoolgaande kinderen hebben DCD.

Kenmerken van Developmental Coordination Disorder

De motorische problemen van kinderen met DCD kunnen erg verscheiden zijn. Sommige kinderen verwerven de eerste mijlpalen al vertraagd. Meestal komt het op de kleuter leeftijd tot uiting. Motorische problemen kunnen in zowel de grove als de fijne motoriek ontstaan. Het kan ook zijn dat de motorische ontwikkeling niet zo zeer vertraagt is maar vooral ook anders wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld een kind van 6 jaar met DCD springt even ver als kind van 4 jaar maar de manier waarop het kind met DCD springt zal anders zijn dan de bewegingsuitvoering van het 4 jarige kind.

Afspraak maken 0411 67 48 11
FAQ

Veelgestelde vragen

Motorische problemen worden vaak vanuit uw kind of de omgeving van uw kind gesignaleerd. Zo kan een leerkracht dit benoemen, valt de ouder bepaalde dingen op of kan uw kind zeggen dat het bepaalde dingen niet kan of durft. De diagnose DCD wordt gesteld door een multidisciplinair team. Deze kijkt onder andere naar het volgende:
verloopt de motorische ontwikkeling onder het niveau dat verwacht mag worden gezien de kalenderleeftijd
worden deze vaardigheden in alle dagelijkse levensverrichtingen opgemerkt
zijn de symptomen al begonnen in de vroege ontwikkelingsperiode
worden de motorische problemen niet verklaard door een verstandelijke beperking of visusstoornis. En worden ze niet toegeschreven aan een neurologische aandoening
Vroege diagnosestelling is om verschillende redenen belangrijk. Wanneer vaardigheden eenmaal geautomatiseerd zijn is het moeilijker om deze bij te stellen. Zoals bijvoorbeeld het springen: wanneer het kind eenmaal op een niet efficiënte manier springt is het moeilijk om dit bij te stellen aangezien het kind hier al een “motor programma” voor heeft. Daarnaast hebben kinderen met DCD vaak een lager zelfbeeld en kunnen er sociaal-emotionele problemen ontstaan. Wanneer het kind en zijn/haar omgeving bewust worden gemaakt kunnen deze problemen voorkomen worden.

De kinderfysiotherapeut zal samen met uw kind een behandelplan opstellen om zo te werken aan doelen. Wanneer dit schoolse vaardigheden betreft zal dit in overleg gaan met de leerkracht. Het is van belang dat dit gepaard gaat met plezier zodat het kind succeservaringen op doet met bewegen. Binnen FysioBoxtel wordt er gewerkt in een grote zaal waarin er veel verschillende materialen kunnen worden gebruikt om zo de fijne en grove motoriek te bevorderen.